Nu het toch gaat over een nieuwe start: de afgelopen week bereikten mij berichten aangaande startratings met de vraag of die soms niet te hoog zijn. Een begrijpelijke vraag. Er zijn jeugdspelers die na hun startrating alleen maar punten hebben verloren, wat natuurlijk niet fijn is. Een kort antwoord zou kunnen zijn, dat het omgekeerde ook bestaat (wellicht meer), en dat een startrating niet meer wil (en kan) zijn dan een benadering van de kracht van een speler. Eentje die te laag kan zijn maar ook te hoog. In feite is dat ook het antwoord. Zonder op specifieke gevallen in te gaan, willen we er hier in drie stappen nog wat meer over zeggen:
1. Rating is geen absoluut getal
Om te beginnen: rating is geen getal waar een absolute waarde aan toegekend kan worden, laat staan dat die een absolute waarheid in zich draagt. Misschien gaat een vergelijking met de huizenmarkt hier op. Wat bepaalt de prijs van een huis? Wat is een willekeurig huis waard? Er is het gezegde: een huis is waard wat de gek ervoor geeft. En zo is het. De waarde van een huis is niet iets dat onwrikbaar vastligt, die hangt af van heel veel factoren, maar is uiteindelijk wél precies het bedrag dat die ene gek er op zeker moment voor neerlegt.
Zo is het eigenlijk ook met een schaakrating. Wat bepaalt een rating en wat is een rating waard? Misschien flauw om te zeggen, maar een rating zou je kunnen definiëren als de uitkomst van een zekere ratingberekening. Niets meer, hoewel beslist ook niets minder (dan wel: niets minder, maar beslist ook niets meer). Al eeuwenlang wordt er geschaakt, ook in competitieverband, maar ratings zijn pas na het midden van de vorige eeuw in zwang gekomen; echt, daarvoor deed men het zonder! Er waren ook meerdere berekeningsmethoden, pas vanaf 1970 hanteert de FIDE het sindsdien algemeen geaccepteerde ELO-systeem genoemd naar een Hongaars-Amerikaanse professor in de natuurkunde. Nog steeds bestaan er echter binnen die methode een woud aan varianten. Tekenend is ook dat FIDE-ratings tot 2000 - vanwege een veronderstelde scheefgroei - binnenkort waarschijnlijk met een fiks aantal punten zullen worden verhoogd.
Dit alles om maar aan te geven dat de perfecte berekeningsmethode van een schaakrating verre van bestaat. Je zou het niet meteen verwachten, maar achter ratingberekening zit een wereld van theorie en complexe wiskunde. Voor een kleine indruk klik op deze Wikipedia-pagina (je weet niet hoe snel je ervan terug wilt keren...).
2. Beperkte vergelijking bij een startrating
Toch, om door te gaan op de huizenvergelijking, een ervaren makelaar weet van een doorsneehuis meestal haarfijn de verkoopwaarde vast te stellen. Hij kent immers de huizenmarkt waar duizenden min of meer vergelijkbare huizen verkocht/gekocht/aangeboden worden, en de prijs van dat ene huis wordt voor 99% bepaald door die vergelijking. Met een rating is dat niet minder het geval. Elke berekening van een rating is gebaseerd op de vergelijking van de eigen rating met die van de tegenstander. Een rating is ook alleen iets waard in vergelijking tot andere ratings, het getal zelf zegt volstrek niets (hoewel: ooit kreeg ik van een volkomen schaakleek na zijn vraag wat mijn schaakrating dan wel niet was en mijn daaropvolgende antwoord 'ongeveer 1400' bewonderende blikken toegeworpen van 'zó, dat is veel!' ...).
Terug naar de startratings. Het is precies daar waar de parallel met de huizenmarkt mank gaat. Een startrating wordt toegekend bij minimaal zes partijen. Dit aantal is (alleen statistisch al) te klein voor een betrouwbare uitkomst, waarmee overigens niet gezegd is dat die geen indicatie kan vormen, want dat doet het wel degelijk. Bij jeugdspelers is de betrouwbaarheid nog een tikkeltje lager, daar bij hen voor een startrating slechts drie gerate tegenstanders benodigd zijn (spelers met een nul-rating worden op een ingenieuze manier - de TLPR - meegenomen, zie eventueel https://www.nosbo.nl/rating/965-maart-ratings). Nog problematischer wordt het als een speler in zijn eerste toernooi alle partijen wint. Er is dan eigenlijk geen vergelijking. Immers: de speler in kwestie kan oneindig goed zijn en (bij wijze van spreken) de toekomstige wereldkampioen in spé zijn, maar net zo goed kan hij in enkele partijen het geluk aan zijn kant hebben gehad. De rekensoftware moet er a.h.w. een slag naar slaan. Die doet daarbij nog wel zijn best: het voegt in dat geval een kunstmatige remise toe (net als overigens bij verlies van alle partijen). Maar dat neemt de beperkingen slechts voor een deel weg.
De NOSBO probeert met dat laatste fenomeen bij de indeling van ratingloze spelers voor een GP rekening te houden. Als van een speler bekend is dat hij of zij al een bepaalde kracht heeft, wordt die in een hogere groep ingedeeld. Dit kan gaan om een online rating of om een speler die al langer schaakt maar niet bij een club speelt. Bij een aanmelding is het belangrijk om dit soort info te vermelden. Niet te bescheiden dus!
3. Ratings kunnen stijgen en dalen
Een open deur: net als huizenprijzen kunnen ratings stijgen maar ook dalen. Ratings gaan op en neer, na een sterke stijging volgt ooit een daling, is het niet deze maand, dan wel de volgende. Waarna die geheid weer een keer omhoog zal gaan. Als er na een startrating punten worden verloren, beschouw de startrating dan als een top binnen de golfbeweging die elk ratingverloop eigen is, maar wel eentje waarvan de trend steevast een stijgende is. Belangrijker nog: wat ook de startrating van een speler is of was, altijd zal hij of zij beter in het schaakspel zijn geworden dan bij het eerste toernooi, dat is een ding wat zeker is. Na verloop van tijd zal ieder zijn eigen ratingniveau bereiken en daarna gewoon weer punten winnen. Waarmee we het cliché dat het vooral om het plezier in het spel gaat handig hebben weten te omzeilen...😉
Maar genoeg gepraat over dalen! Zoals bekend bij de trouwe lezer, deze rubriek dóet niet aan dalers :-) . Schrijver dezes is een positief ingesteld mens en maakt graag schaakkinderen en hun ouders blij (kritische noten bewaart hij voor andere plaatsen...). Daarom snel over naar de stijgers van de januarilijst en de spelers die daarop hun eerste rating verdienden:
---------------------------------------------------------------------------
We tellen zes spelers met een nieuwe jeugdrating. Op Jasper na (die een startrating voor zowel de jeugd als senioren voornamelijk via een interne clubcompetitie bereikte) allemaal dankzij hun deelname aan het GP Chessfestival.
Naam | Categ | Gt | Nt | Rating | Vereniging | |
1 | Hoogdalem van, J. (Jasper) | B1 | 10 | 9 | 1157 | S.C. DAC |
2 | Tuinen van, L. (Luke) | D1 | 7 | 7 | 686 | Groninger Combinatie |
3 | Goot van der, S. (Siem) | F | 7 | 7 | 468 | S.C. Haren |
4 | Hogerwerf, L.T. (Tieme) | F | 13 | 13 | 223 | S.V. Hoogeveen |
5 | Okken, Q. (Quirijn) | E | 7 | 7 | 100 | SG Staunton |
6 | Okken, X. (Xavier) | H | 7 | 7 | 100 | SG Staunton |
Dertien stijgers met een plus van 100 punten of meer. Merk op: Joris, Henk en Vic respectievelijk op de plaatsen 2, 3 en 4 van de landelijke stijgerslijst!
Naam | Categ | Rating | Rating winst | Vereniging | |
1 | Bakker, J. (Joris) | E | 1085 | +262 | S.C. Ten Boer |
2 | Dijkstra, H. (Henk) | A2 | 865 | +260 | JSC De Matadoren |
3 | Okken, V. (Vic) | D1 | 636 | +252 | SG Staunton |
4 | Klijn, J. (Jan-Wietse) | D2 | 791 | +152 | S.V. Hoogeveen |
5 | Bakker, H. (Hannah) | D2 | 1039 | +146 | S.C. Ten Boer |
6 | Hentzen, L. (Lucas) | G | 374 | +144 | JSC De Matadoren |
7 | Fleurke, E.D. (Etienne) | D2 | 790 | +125 | SG Staunton |
8 | Vokjan, J.A. (Juri) | D2 | 904 | +113 | S.C. Roden |
9 | Luijkx, D.M. (Dagmar) | B2 | 1514 | +104 | SC de Paardensprong |
10 | Eilander, N. (Niek) | C2 | 856 | +102 | S.C. Ten Boer |
11 | Kaptein, V. (Valentijn) | E | 483 | +102 | JSC De Matadoren |
12 | Jong de, H. (Hannah) | C1 | 585 | +101 | SC de Paardensprong |
13 | Heikamp, H. (Hendrik) | B1 | 1588 | +100 | Talententeam JSN |
Op de februarilijst zullen we wellicht enkele jeugdspelers tegenkomen met een seniorenstartrating als gevolg van hun deelname aan een van de Chessfestival toernooien, nu blijft dit lijstje beperkt tot de eerder genoemde Jasper:
Naam | Categ | Rating | Vereniging | |
Hoogdalem van, J. (Jasper) | B1 | 1210 | S.C. DAC |
Bij de stijgers van de seniorenrating ditmaal spelers met plussen van 40 punten of meer:
Naam | Categ | Rating | Rating winst | Vereniging | |
1 | Blokzijl, R. (Ruben) | A1 | 1673 (Jeugd 1587) | +77 | S.C. DAC |
2 | Wit de, E. (Evan) | C2 | 1841 (Jeugd 1852) | +60 | Talententeam JSN |
3 | Folkers, S. (Sono) | B2 | 1751 (Jeugd 1767) | +40 | SG Staunton |
4 | Foreest van, M. (Machteld) | A1 | 2366 (Jeugd 2375) | +40 | Groninger Combinatie |
KNSB-jeugdrating (NOSBO leden)
KNSB-rating senioren (NOSBO leden)
KNSB-ratingviewer
KNSB stijgerslijst (jeugd)
Alle ratingartikelen NIEUW! Alle ratingartikelen zijn hiermee te vinden. Dit kan ook via het hoofdmenu: Jeugd, rechter benedenhoek: Oudere artikelen, Rating