“Het wereldkampioenschap schaken is na 12 remises beslist in snelschaakpartijtjes, en dat is niet goed voor het schaken. Zo’n cruciale tweekamp behoort over 24 partijen te gaan, zodat er voldoende kans is om na een verliespartij de stand weer gelijk te trekken. Daarnaast moet aanvallend schaken weer aantrekkelijk worden gemaakt, dus kan er misschien eens naar de puntentelling worden gekeken. Wanneer twee hardlopers gelijk eindigen in de marathon, laat je ze toch ook geen 100 meter rennen om te weten wie de beste marathonloper is...?”

Aldus John van der Meijden,die afgelopen week afscheid nam als voorzitter van Schaakclub Ter Apel. Bij die gelegenheid werd hij tot zijn verrassing benoemd tot lid van verdienste. Nadat hij de club ruim 14 jaar heeft gediend als bestuurder, droeg hij zijn taken over aan Henk Prins, die tijdens een ledenvergadering unaniem gekozen werd. John kon dat met een gerust hart doen omdat zijn club, in tegenstelling tot andere schaakverenigingen, de laatste jaren een flinke ledengroei doormaakt. Die ontwikkeling geeft hem zoveel vertrouwen, dat hij de tijd rijp vindt het wat rustiger aan te gaan doen. Temeer omdat hij tevens het secretariaat van de club onder zijn hoede had.

Ware passie

John van der Meijden (75) is een schaker in hart en nieren. Een pure liefhebber, voor wie schaken op latere leeftijd uitgroeide tot een ware passie. Dat geldt niet alleen alles wat met de mooie denksport zelf te maken heeft, maar zeker ook de historie van het schaken in Nederland en daar buiten. Zo verzamelde hij maar liefst 450 schaakboeken, en puilt zijn bibliotheek uit met vele jaargangen schaaktijdschriften. “Ik verzamel niet om het hebben maar lees echt alles. Wat me enorm boeit is de geschiedenis, dus hoe het er vroeger aan toe ging, tijdens toernooien en tweekampen. En wat voor mensen die schakers eigenlijk waren...”

Hoe is die passie destijds ontstaan?  John: “In eerste instantie was ik als kind geobsedeerd door de schaakstukken en de geheimzinnige diagrammen in de krant. Toen ik zelf echt een beetje ging schaken, vond ik het vooral plezierig dat de geluksfactor zo klein was. Iedere speler dezelfde kansen. Pas toen ik ging zien welke mogelijkheden allemaal in schaken zitten, raakte ik er verslaafd aan.”

Schaaktrainer

Vanuit zijn passie is John bij uitstek iemand die zijn liefde voor het schaken kan en wil overdragen op minder gevorderde spelers. Vandaar dat hij niet alleen als speler, maar ook als schaaktrainer verbonden blijft aan zijn club. De vertrekkend voorzitter heeft zeker niet te klagen over belangstelling, want in relatief korte tijd kwamen er maar liefst 7 nieuwe leden bij. En de verwachting voor 2019 is dat die lijn zich voortzet.

De vraag is wat het geheim van zijn club is. “Onze levensvatbaarheid valt en staat met de sfeer. In veel clubs gaat het alleen maar om winnen. Niets mis mee, maar kijk eerst en vooral naar je leden. Hun behoefte is voor mij altijd bepalend. Gezellig een partijtje spelen, achteraf wat analyseren en goede onderlinge verhoudingen. Daar draait het in essentie om. Natuurlijk is ook van belang dat mensen competities kunnen spelen, zowel intern als in bondsverband. Maar als het niet gezellig is, verlies je leden.”

Maar zijn schakers geen ambitieuze mensen, die hun opponent per definitie te slim af willen zijn…? “Dat verschilt sterk per individu”, denkt John. Sommigen zijn echt gedreven om betere schakers te worden. Maar er zijn ook mensen die vooral gezellig een partijtje willen spelen, en geen behoefte hebben aan een cursus. Niet iedereen hoeft zonodig beter te worden in schaken. De ontspannen ontmoeting tijdens onze clubavonden speelt een belangrijke rol.”

Aanleg?

Wat denkt hij, kan iedereen leren schaken? “Zeker, iedereen kan het leren. Maar de één kan wel een betere speler worden dan de ander, als gevolg van meer aanleg. Daarnaast valt er een boel te trainen en dan wordt de factor ambitie van belang. Evenals bij andere dingen in het leven, brengt de studerende doordouwer het gewoonlijk verder dan de wat luiere mens met veel aanleg. Fouten maken is een onderdeel van het schaakspel op ons niveau. Maar zodra en tendensen te bespeuren zijn, is het voorkomen van die fouten trainbaar.”

Nu het niveau van de schaaksport in de breedte stijgt, wordt het volgens Van der Meijden steeds moeilijker voor beginnende nieuwe schakers om aan te sluiten in de interne competities. “Doordat er in de schaakwereld veel aandacht is voor opleiding van de jeugd, wordt aan kinderen op zeer effectieve wijze schaken geleerd. Hun speltempo ligt daardoor veel hoger dan dat van (beginnende) volwassenen schakers. Daarbij wordt het klassieke schaakspel soms als saai beschouwd, en weinig attractief voor kijkers."

"Gamen..."

Dit alles leidt er toe dat men de bedenktijd vermindert, of anderen vormen van schaken propageert, zoals rapid, blitz, of nog korter. "Daarbij gaat het eigenlijk niet meer om de kwaliteit van de partij, maar om de sensatie van de wederzijdse tijdsdruk. In feite begint dat verdacht veel te lijken op onderling een potje gamen...”

Noem een naam uit de schaakwereld, van recent of lang geleden, nationaal of internationaal, het doet er niet toe welke. En John trekt in zijn hoofd direct een archief open. Smeuïg en smakelijk kan hij vertellen over allerlei persoonlijke voorkeuren en karaktertrekken, maar ook over de speelstijl van bekende schakers. Zelf houdt hij vooral van avontuurlijk schaken. Vanuit zijn kennis en ervaring ziet hij dat vooral terug bij één van zijn identificatiefiguren in de schaaksport: Jan Timman. “Hij speelde voor z'n plezier, was geen ‘remise-schuiver’, en hield er van op avontuur te gaan in zijn partijen. Daarnaast was hij niet behept met dat typisch monomane dat sommige schakers zo eigen is. Want Timman hield altijd aandacht voor andere dingen in het leven. In die combinatie van eigenschappen herken ik mezelf nadrukkelijk...!”

JohnOorkonde
John van der Meijden aangenaam verrast, nadat hij werd onderscheiden tot lid van verdienste van zijn club. Foto: Toon Uijttewaal