Sportwedstrijden zijn vaak beter thuis op de bank te volgen via de tv of internet dan door middel van fysieke aanwezigheid bij het evenement zelf. Je hebt sneller meer en uitgebreidere informatie, vrijwel altijd een (letterlijk en figuurlijk) beter zicht op het exacte verloop van de gebeurtenissen, je neemt kennis van deskundige commentaren en bij twijfel brengen desnoods eindeloze herhalingen de waarheid onverbiddelijk aan het licht. Als er een sport is waarvoor dat geldt, dan is het wel de schaaksport. Afgelopen zaterdag zagen we daarvan in de laatste ronde van de Meesterklasse van de KNSB competitie een sterk staaltje voorbijkomen.

Wat was er ook al weer aan de hand? Het Rotterdamse Charlois Europoort stond bij aanvang van de ronde een punt voor op een viertal achtervolgers. Het mocht het zelf opnemen tegen het met nul punten troosteloos onderaan bungelende en allang gedegradeerde HWP Sas van Gent. Je hoefde geen FM of zelfs maar schaker te zijn om in te zien dat deze koers gelopen moest zijn, gewoon even winnen en dan was Charlois kampioen.

Scherm afbeelding 2025 05 10 om 09.26.25

Dat besef heerste zo mogelijk nog sterker bij het team van Groninger Combinatie. Want zou het onvoorstelbare zich voordoen, namelijk dat Charlois níet won, dan nog was de kans op een Gronings kampioenschap uiterst miniem. Allereerst moest het dan zijn eigen wedstrijd tegen degelijke middenmotor Zuid Limburg nog maar eens zien te winnen. En als het daarin slaagde, dan moest men vervolgens Kennemer Combinatie en LSG IntelliMagic nog eens voorblijven in de stand. Al even onwaarschijnlijk. Immers, in elk geval LSG trof in het eveneens reeds gedegradeerde Zukertort een veel makkelijker tegenstander, en op Kennemer (mits dat de zege veilig zou stellen tegen het dit seizoen matig draaiende Apeldoorn) moest een achterstand van liefst drie bordpunten worden goedgemaakt. Teveel onwaarschijnlijkheden bij elkaar om überhaupt van meer dan een puur theoretische mogelijkheid te mogen spreken. Moest die wedstrijd tegen Zuid Limburg eigenlijk nog wel gespeeld worden?

Om de zuiderlingen tegemoet te komen waren de Groningers genegen geweest de ontmoeting naar het iets minder hele verre Zwolle te verplaatsen. Het betekende wel dat de partijen niet - zoals gebruikelijk bij GC thuiswedstrijden - via internet te volgen waren. Niet dat een en ander onmogelijk was geweest; integendeel, had er echt iets op het spel gestaan, dan waren zeker ook de liveborden mee die kant opgegaan. Maar nu, in de gegeven omstandigheden, zou het niet minder dan lachwekkend zijn deze non-wedstrijd met alle geweld toch te willen uitzenden. (Nu ik dit opschrijf moet ik ineens denken aan een van de belangwekkendste wedstrijden ooit uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis: de returnwedstrijd van de Europacup 1 kwartfinale Benfica-Ajax op 19 februari 1969. Op een besneeuwde grasvlakte van het Olympisch Stadion een week eerder hadden de Portugezen - van wie de meesten, zoals het verhaal ging, nog nooit sneeuw in hun leven hadden gezien - met 1-3 de Amsterdammers hun wil opgelegd. Het was reden voor de Nederlandse omroep geen cameraploeg naar Lissabon te sturen voor die immers betekenisloze vervolgwedstrijd. Met alle gevolgen van dien: namelijk dat er slechts enkele vage beelden bestaan van de magische voorstelling die Cruijff - ja, vooral hij, dit eensgezind volgens de gelukkigen die wel ter plekke waren - en de zijnen die avond opvoerden: wederom 1-3. De wedstrijd zorgde voor het definitieve besef bij de Nederlandse voetballers dat ze zich werkelijk konden meten met de absolute Europese top, hetgeen Ajax nog weer twee weken later bewees door grootmacht Benfica in de noodzakelijke beslissingswedstrijd te Parijs met 3-0 definitief terug te wijzen).

Goed, terug naar het schaken. Aangezien de teamleiding op het GC1-blog had aangekondigd dat belangrijke ontwikkelingen langs die weg gemeld zouden worden, nam ik gewoontegetrouw om 13.00 uur plaats achter het beeldscherm. Al was het maar om kennis te nemen van de opstellingen en daarmee, voor wat het waard was, de kansen alvast wat in te kunnen schatten. Veel belangrijker overigens dan dat de wedstrijd van GC wel of niet te volgen zou zijn, was dat de andere ontmoetingen wél op internet te zien waren. Mochten die verrassende ontwikkelingen zich immers voordoen, dan zouden die vooral dáar moeten gebeuren. Het duurde even voordat de linkjes naar de diverse sites gevonden waren, maar na een dik half uur had ik ze dan toch allemaal netjes naast elkaar in tabbladen van de internetbrowser genesteld.

Maar waar moest je naar kijken? Tuurlijk, eerst maar eens bij Charlois. Moest er iets moois gebeuren, dan toch in de allereerste plaats daar. Eerst maar eens de ratings van de spelers vergelijken. Hm, Charlois is sterker, logisch, enkele GM's, wat IM's, maar ik zie ook genoeg ratings van 2100 en 2200. Sas van Gent weliswaar geen GM's voor zover ik weet, maar wel enkele IM's en 2300's en geen spelers onder de 2100. Die verschillen vielen reuze mee eigenlijk. En de computerwaarderingen van de stellingen vanuit de openingen lijken over het geheel genomen warempel tamelijk in evenwicht. Wat verder opvalt is dat het ratingoverwicht van de GM's tegen hun veel lager gerate tegenstanders niet terug te zien is in het oordeel van de engine. Ach, een mens weet toch maar nooit?

Zo vroeg in de middag is er nog genoeg tijd om wat heen en weer te switchen tussen de digitale zaterdagkrant en de schaakborden. Maar na niet te lange tijd wordt dan toch de eerste GC uitslag al op het blog gemeld: remise op bord 7, dat kan. Maar eens even kijken bij Kennemer-Apeldoorn dan. Zou Apeldoorn, op papier ijzersterk, dat eindelijk ook in het eindresultaat tot uitdrukking kunnen brengen en het minstens even ijzersterke Kennemer een pootje lichten? Om een onmogelijk scenario werkelijkheid te laten worden, was dat laatste beslist noodzakelijk. Immers, bij winst van Kennemer moest GC gezien de drie bordpunten achterstand minimaal met 8½ winnen: volstrekt onrealistisch. Ergo: Apeldoorn moet Kennemer op 5 zien te houden, dat zou voldoende zijn. De eerste indruk als ik bij hen een rondje langs de borden doe, is positief, sowieso herken ik alle toppers in de Apeldoornse opstelling, daar zal het hem niet aan liggen. O, Kennemer speelt wel thuis, maar doet dat er eigenlijk toe bij schaken? (Antwoord: nee, zelfs niet bij voetbal, zie boven!)

LSG-Zukertort laat ik nog even links liggen. Bij overwinningen voor zowel GC als LSG zou met het oog op de anderhalf bordpuntenvoorsprong van GC alleen een monsterzege van LSG ons de das om kunnen doen. Zie ik nog niet zo snel gebeuren. Maar, by the way, de oplettende lezer heeft het wellicht al opgemerkt: en Paul Keres dan, de vierde achtervolger? Klopt, maar hun achterstand in bordpunten is dermate groot, dat een kampioenschap voor hen uitsluitend mogelijk is als Charlois verliest én de drie medeachtervolgers stuk voor stuk níet winnen. Onbestaanbaar. Over onmogelijk gesproken, het kan dus altijd nog onmogelijker. Trouwens, Keres doet er sowieso niet toe, immers in al onze dromen gaan we steeds uit van winst voor GC tegen Zuid Limburg, waarna Keres per definitie achter ons blijft. Naar Keres hoeven we dus niet te kijken (wat ook niet eens kan, want ze spelen niet live, hetgeen al genoeg zegt!)

Maar gaat GC wel winnen? Daar is nog geen zinnig woord van te zeggen. Wel brengt het GC-blog een tweede uitslag: winst aan bord 10! En wat voor één! Zoals het blog schrijft: 'Waarschijnlijk als jongste debutant in de meesterklasse ooit' (maar zie de noot onderaan dit verslag). Het blog brengt trouwens meer goed nieuws (ik merk dat ook in Zwolle de computers volop meedraaien, want had het nog niet zelf geconstateerd): op de borden 3 en 4 bij de koploper Charlois is ondanks beider ratingoverwichten van 200 punten tot opmerkelijk vroege remises besloten. Wat zegt dit? Riekt dit niet overduidelijk naar nervositeit om niet te zeggen angst bij de Rotterdammers? Een snelle blik op de andere Charlois borden leert dat de strijd er volledig is ontbrand. Van een walk-over is allesbehalve sprake, zoveel is zeker. Tot mijn genoegen zie ik dat GM Vitaly Kunin op bord 2 tegen de 17-jarige Nils Vantorre weliswaar een goede plus heeft, maar die plusjes variëren in hoogte. En op bord 10 heeft de sterke IM Sim Maerevoet nog geen enkele keer voordeel kunnen behalen, integendeel, Gentenaar Glen de Schampheleire (tevens IM) blijft er vooralsnog lichtjes de lakens uitdelen. Zeker, we moeten nu namen gaan noemen, want de hoofdrolspelers in dit verhaal dienen zich aan. Sas van Gent, nog geen punt gescoord in de acht voorgaande wedstrijden, het zal toch niet zo zijn dat ze dat vandaag plotseling wel doen? Tegen de gedoodverfde kampioen? Terwijl er voor henzelf niks meer op het spel staat? Doe het, Sas van Gent, schreeuw ik hen virtueel toe! Je kunt het! Eén punt is genoeg!

Het vierde uur is stilletjes aan begonnen en op menig bord is de nerveuze tijdnoodfase richting de 40-e zet af te lezen. Ik installeer een tweede beeldscherm want op een is het allemaal niet meer bij te houden. Tot mijn schrik toont Lichess iets van een 7-1 tussenstand bij LSG-Zukertort. Dus toch een LSG-monsterzege? Apeldoorn doet het gelukkig goed, de tussenstand toont weliswaar nog slechts enkele partijuitslagen, maar de engines zeggen me dat ze zonder al teveel ongelukken de wedstrijd tot een goed einde moeten kunnen brengen.

Opeens gaat het snel. Niet lang nadat overal de 40 zetten zijn gespeeld, brengt het blog ineens de einduitslag van de onzen: GC wint met 7-3! Huh, 7-3? Dat is bijna een monsteroverwinning, hoewel... even rekenen... Stel dat LSG 8½ punt scoort en daarmee precies de anderhalve bordpunten inloopt, dan staat het gelijk en wat zijn dan de regels? Lichess toont nu 1½ punt voor Zukertort, en ik zie twee partijen zonder uitslag. Een ervan lijkt een vastloper maar zal ongetwijfeld een punt voor (Jan Smeets en) LSG zijn. Nog een halfje erbij voor Zukertort (en dus maximaal 8 voor LSG) zou welkom zijn. Ik zie dat die vrijwel zeker in de maak is op het bord van Zukertorter Sybolt Strating: een toren en drie pionnen tegen een loper en drie (weliswaar veel verder opgerukte) pionnen moet remise zijn, zoveel weet ik nog wel van het schaakspel (al blijft de 0.0 prettig om te zien).

Heen en weer schietend tussen de tabbladen zie ik Lichess nu een tussenstand aangeven met 5 punten voor Apeldoorn. Meer hoeven we niet te weten! Kennemer kan immers niet meer winnen en dus kunnen we dat tabblad met een gerust hart sluiten. Hetzelfde geldt niet veel later voor dat van LSG-Zukertort: daar is het nu definitief 8-2, en dus exit LSG. Dat ruimt lekker op en maakt alles een stuk overzichtelijker. Het is nu 100% zeker: GC blijft Kennemer en LSG in de eindstand definitief voor. Die ene wedstrijd, Sas van Gent tegen Charlois, zal de beslissing brengen: het wordt Charlois of GC. Er zijn daar nog liefst vier partijen bezig. Ik open ze alle in een apart tabblad om vliegensvlug heen en weer te kunnen springen.

Ik heb een rotsvaste overtuiging over wat de afloop zal zijn. Hoe ongelooflijk ook, het kan niet anders of het wordt GC. De schaakgoden zullen het tot nog toe onwaarschijnlijke verloop niet hebben bedacht om het niet door trekken naar het even passende als onvermijdelijke en - last but not least - feestelijke slot: het landskampioenschap van Groninger Combinatie. De gierende zenuwen door de kelen van de onder hoogspanning spelende vier Charlois spelers zullen simpelweg de rest gaan doen.

Deze voorspelling wordt vooralsnog niet ondersteund door de stand zaken in Sas van Gent (aangenomen dat het dat uiterste Zeeuws-Vlaamse plaatsje is waar de ontknoping zich voltrekt). Charlois kijkt weliswaar tegen een 3½-2½ achterstand aan en moet dus minimaal drie punten uit de vier resterende partijen scoren. Maar Kunin staat nu tegen Vantorre ruim gewonnen evenals zijn respectievelijke teamgenoten Thibaut Vandenbussche tegen de jonge Jacob Dreelinck op bord 9, en Rhys Arnold tegen Tom Piceu op bord 6. Als GC rest ons niets anders dan te hopen op winst van De Schampheleire op Maerevoet en toch een enkel halfje op een van de andere drie borden. Overigens zullen ondertussen de vele Belgische namen de lezer niet zijn ontgaan. Is dit alles geen vergissing en zijn we hier in werkelijkheid niet op een Belgisch of op zijn minst Vlaams schaakkampioenschap beland? Nee mensen, dit is nog steeds het Nederlands kampioenschap, dat inderdaad wel beslist zal gaan worden door Belgen. De enige vraag daarbij is nog: wélke Belgen, die van Charlois of toch die van Sas van Gent? 

De temperaturen stijgen tot een kookpunt nu. Het vervolg is, zelfs letterlijk bijna, onnavolgbaar. Even snel als ik tussen de tabbladen wissel, schieten de engines in hun analyses heen en weer, van -5 of +5 naar 0, van -3 naar +3, alsof het niets is. Arnold is de eerste die namens Charlois misgrijpt. In een gewonnen eindspel van paard tegen loper en 3 tegen 2 pionnen, kan hij de verleiding niet weerstaan nog een extra (nu door tegenstander Piceu vrijwillig aangeboden) pion te snoepen, daarmee zijn eigen pionnenstructuur zodanig verminkend dat remise plotseling onvermijdelijk is; volgens de engine natuurlijk maar zelfs als matig schaker meen ik het enigszins te begrijpen. Veel wonderlijker nog zijn de gebeurtenissen op bord 9. Vandenbussche van Charlois staat daar al vijftien zettenlang gewonnen waaronder (op zet 40 weliswaar) een mat in maximaal #10, maar weet een DT-DT eindspel met notabene 5 tegen 3 pionnen niet thuis te brengen: het is eeuwig schaak en remise. GC heeft nu nog, pardon, Sas van Gent heeft nu nog één punt uit drie nodig om de vlag te kunnen hijsen. En hadden we de helft daarvan al niet geteld op bord 6? Ja toch? Over schaakgoden gesproken: hoe fraai ook weer hadden ze dit slot in elkaar gestoken!

Maar dan, voor het eerst gedurende deze lange middag is er een kink in de GC kabel. Juist aan bod 6 gaat het mis, mis in één klap zelfs. Inderdaad heeft Piceu gedurende vijftien zetten de engine op 0.0 gehouden, om dan (zonder enige tijdsdruk, dit juist in tegenstelling tot tegenstander Arnold) met één, wellicht begrijpelijke, zet alles weg te geven. Twee zetten later geeft hij op. Een tegenvaller, een dreun zelfs; maar een wedstrijd is pas afgelopen als het laatste eindsignaal geklonken heeft, en ook dat blijkt nu maar weer eens.

Het zal nu moeten komen van onze twee Belgische vrienden De Schampheleire en Vantorre. Als een van hen wint, dan winnen wij! Op een of andere manier vertrouwde ik het zaakje op bord 10 de hele middag al niet. Tegenstander Maerevoet heeft inderdaad rond de tijdscontrole de zaak in evenwicht weten te brengen, maar heeft dat verrassend genoeg alsnog verloren laten gaan. Op zet 46 staat onze Glen, onze laatste strohalm nu, toch weer op +3(!):

Charlois1 copy
In plaats van het blijkbaar winnende Txe5 speelt De Schampheleire Te7+ (0.0) om daarna te vervolgen met b7 (-3). Maerevoet heeft weinig tijd nodig om na Pxc5 ook de b-pion uit te schakelen. Tien zetten later is er zelfs het mat. Zo genadeloos snel kan het gaan.

Nog steeds is er dus dat ene punt dat GC, uh... dat Sas van Gent, nodig heeft. Maar nu uit slechts uit een (en dus de laatste) partij van de middag. Een partij waarin GM Kunin, die inmiddels zijn dame heeft geruild voor twee torens, logischerwijs voortdurend het beste van het spel heeft gehad, maar jeugdspeler Nils Vantorre niettemin stand heeft weten te houden en op momenten de partij zelfs gelijkgetrokken heeft. Maar een overwinning mogen we van hem niet verwachten. Toch? Tot plotsklaps - vanuit het niets, als een donderslag bij heldere hemel, en welke ander uitdrukkingen daar nog meer voor te vinden zijn - de volgende stelling op het scherm staat te branden:

Charlois2

Met nog 9 minuten op de klok heeft Kunin hier Tf8 gespeeld. De engine is er met twee rode vraagtekens als de kippen bij: +4(!) voor wit, waar Pc5  juist -3 voor zwart was. Wit blijkt de eenmalige kans te hebben om hier het verbluffende Dg6(!!) te spelen. Na Kh8 en Lxf7 verliest zwart materiaal, en na een ander zwart antwoord (bijvoorbeeld een paardzet) is er het niet minder verrassende f6(!!) met mat-in-1 dreiging op g7 en wederom materiaalverlies. Het is de enige keer in de partij dat Vantorre winnend voordeel krijgt. Met 1.20 op de klok is dit echter niet te vinden, Nils speelt Lc4, waarna Dg6 in het vervolg niet meer blijkt te werken en de partij verloren gaat. Had Nils de zet gevonden, hem was voor het seizoen 2025-2026 een vaste plek naar keuze in het GC kampioensteam aangeboden met royale reis- en speelvergoeding daarbij... 

Een anti-climax? Geenszins wat mij betreft. Sterker nog: een titel voor dit jeugdige GC team zou naar mijn overtuiging te vroeg geweest zijn. Welke doelen bleven er dan nog over immers? Het is beter zo. Als (betrokken) buitenstaander zou ik willen pleiten volop op de ingeslagen weg door te gaan. Val bij belangrijke wedstrijden ook niet te snel terug op grote namen, zeker niet als dat buitenlanders zijn en al helemaal niet als ze zo ongeveer van de andere kant van de wereld getrokken moeten worden, zoals afgelopen seizoen enkele keren gebeurde. Trek dan liever een of twee talentvolle jonge spelers uit den lande aan die qua leeftijd en ambitie veel meer bij het team aansluiten. Nog veel goedkoper ook. Nu al zal welhaast driekwart van het huidige team de komende jaren alleen maar sterker worden. Tezamen met de enkele ervaren en iets oudere vaste spelers (geen misverstand erover dat zij van minstens even grote waarde zijn) zal er dan in de niet al te verre toekomst zeker weer een gooi naar het kampioenschap kunnen worden gedaan en wellicht dan met succes!

(O ja, ik zou het al bijna vergeten, je behoort in zo'n geval natuurlijk de kampioen te feliciteren. Charlois Europoort: bij dezen! Minstens zoveel dank echter gaat uit naar het team van HWP Sas van Gent. Samen met de teams van Groninger Combinatie en Charlois vormden zij de inspiratiebron voor dit verslag. Zonder hen had dit verhaal niet bestaan.)

Noot: Nader onderzoek wees uit dat de GC speler van bord 10 niet de jongste Meesterklasse debutant ooit is (hoewel niet onwaarschijnlijk wel de jongste ooit die daarin een partij won). In elk geval deze speler was in april 2022 jonger.